Belangrijke veiligheidsinstructies

WAARSCHUWING

Uit de ventilatieopeningen kan zeer warme of zeer koude lucht stromen. Dit kan brandwonden of bevriezing tot gevolg hebben in de directe omgeving van de ventilatieopeningen. Er bestaat gevaar voor letsel.

Zorg ervoor dat alle inzittenden van de auto altijd voldoende afstand houden tot de luchtuitlaten. Richt de luchtstroom indien nodig naar een ander deel van het interieur van de auto.

Om een ​​directe toevoer van verse lucht door de ventilatieopeningen naar het interieur van het voertuig te garanderen, dient u de volgende aanwijzingen in acht te nemen: Houd het luchtinlaatrooster op de motorkap en in het motorcompartiment aan de voorpassagierszijde vrij van verstoppingen, zoals ijs, sneeuw of bladeren.

Bedek nooit de ventilatieopeningen of luchtinlaatroosters in het interieur van de auto.

Voor een nagenoeg tochtvrije ventilatie stelt u de schuifregelaars van de luchtroosters in het midden in.</ p </p>